Zaterdag
Zaterdag 2 februari was de dag: het project kon eindelijk de lucht in! We stonden na een zeer korte nacht vroeg op en het weer was erg slecht. Het stormde en regende, maar omdat het later beter zou worden gingen we toch naar het vliegveld de Kooy. We voerden voor de laatste keer de voorspeller van de vlucht in en er kwam een gunstige voorspelling uit.
We hadden afgesproken om half 8 bij het vliegveld en onze begeleider Stephan Berendsen was er ook. In alle vroegte kwamen we aan en het was nog donker. Het slechte weer was weggetrokken en we gingen voor lancering! Eerst moesten we het een en ander doornemen met de mensen die ons zouden helpen en daarna gingen we naar de brandweerkazerne waarvan een deel voor ons werd leeggehaald. Hier legden we alles neer: het zeil, de fles helium en de rest.
We begonnen met het vullen van de ballon. Ondertussen waren de toeschouwers gearriveerd. De vulslang werd aangesloten en we hadden berekend dat er in het begin 2.25 kilogram aan de ballon moest hangen. Het vullen ging op een paar spannende momenten na vlekkeloos. Toen de 2.25 kilogram net omhoog werd getrokken zat er genoeg helium in de ballon. Onze lading was 1.25 kilogram, dus was er een trekkracht van 1 kilogram.
Toen de ballon gevuld en dichtgeknoopt was, hingen we die even aan de heliumfles. Daarna konden we de payloadbox gereedmaken toen ons verteld was dat we binnen een half uur moesten lanceren. Van tevoren hadden we de tracker buiten gezet zodat die verbinding kon zoeken met de satellieten en de radiosonde was door de meteodienst gereed gemaakt. We hebben alle apparaten volgens plan in de doos gedaan en er waren geen problemen. De ballon en de box werden met een haakje snel aan elkaar vastgemaakt en we konden lanceren.
Het was best spannend omdat de wind aan de grond hard was. De ballon raakte daardoor soms bijna de grond. We moesten een eindje lopen om te voorkomen dat de ballon tegen een gebouw aan zou vliegen. Toen we ver genoeg waren lieten we de ballon los: na honderden uren werk was ons project de lucht in! De ballon steeg perfect op en was zo uit het zicht verdwenen.
Nu was er niets meer dat we konden doen of veranderen. We gingen naar de verkeerstoren van het vliegveld om te zien of we de eerste posities al door kregen. Op de computer zagen we meteen dat er iets mis was: onze eigen GPS tracker was er na een paar posities al mee gestopt. De laatste positie was ongeveer boven Julianadorp; nog niet eens 3 kilometer ver. We hadden dus alleen nog onze radiosonde over om de positie te volgen. Dit werkte gelukkig perfect (links is onze eigen tracker, rechts is de radiosonde).
We stapten met Berendsen in de auto om de ballon te volgen. We zouden in 'etappes' de ballon achterna gaan, eerst langs Hoorn, daarna langs Amsterdam en daarna de ballon zoeken. Onderweg zouden we contact houden met 'radiosondejagers' die ons hielpen met het terugvinden. De vlucht ging voorspoedig: via internet konden we al rijdende zien dat de vlucht voorspoedig ging. De ballon kwam hoger en hoger: 10 kilometer gepasseerd, 20 en zelfs 30 kilometer. De 30 kilometer was eigenlijk het doel dat we wilden bereiken. Het bleef hier echter niet bij: de ballon deed het erg goed en bleef maar stijgen. Hij passeerde de 33 kilometer, 34 en zelfs 35 kilometer! Het weer was ook perfect: heldere lucht met hier en daar een wolk. We konden het allemaal perfect volgen in de auto en de mensen thuis ook. We waren zelf verbaasd over hoe goed onze ballon het deed!
Daarna knapte de ballon en ging het helemaal mis. Even na het knappen verloren we het contact met de radiosonde. Eerst dachten we dat ons internet niet werkte maar we kregen een SMS van de radiosondejager die zei dat het contact met de sonde verloren was. Als laatst was bekend dat alles met honderden kilometers per uur viel. We konden dus op geen enkele manier meer zien waar onze lading was. Hieronder de volledige route die de radiosonde had doorgegeven. Meer dan deze posities hebben we niet meer gekregen. |
Even later was er weer (minimaal contact) en werd het heel spannend waar alles zou landen en of we het terug zouden vinden. We hielden contact en de radiosondejagers vertelden dat ze wel eens voor hetere vuren hadden gestaan. Dit gaf ons weer een sprankje hoop en die hoop werd groter toen onze radiosonde was teruggevonden door de radiosondejagers. We reden naar de plek toe en zagen onze radiosonde hoog in een boom hangen, in een bos vlakbij 't Harde. Apart van de rest. Nu we onze sonde zagen zochten we in de omgeving naar de rest van het project, maar nergens was onze box of parachute te vinden.
Na een hele tijd zoeken begonnen we de hoop een beetje op te geven: we hadden onze sonde gevonden en onze eigen tracker gaf maar geen teken van leven. Uiteindelijk zijn we ermee gestopt en zwaar teleurgesteld op huis aan gegaan. De hele dag die zo goed begon eindigde in een deceptie. We wisten zo goed als zeker dat onze ballon met camera's prachtige beelden had gemaakt, maar we konden het resultaat niet zien. Onze laatste hoop was een eerlijke vinder die ons zou opbellen. Voor de laatste foto konden we maar nauwelijks lachen.
Al ons harde werk was voor niets geweest.
Dachten we.
Al ons harde werk was voor niets geweest.
Dachten we.